Maand 10

Je baby is zich beter bewust van wat je gelukkig maakt en wat je teleurstelt. Als je klapt, zal hij doorgaan met waar hij mee bezig was. Soms wil je wellicht dat hij zijn nieuwe vaardigheden en talenten aan anderen laat zien. Sommige baby's doen dit, maar wees niet teleurgesteld als hij niet wil. Veel baby's zijn er nog niet klaar voor om artiest te zijn! Je baby heeft veel gevoelens en emoties. Zo kan hij snel verdrietig worden. Ook weet hij het als anderen verdrietig zijn. Hij kan hier zelfs op reageren door zelf ook verdrietig te raken. Leer je kind hoe hij op een positieve manier met zijn gevoelens om kan gaan.

Hij zou nu een angst kunnen ontwikkelen voor vreemden. Hij weet het wanneer je niet in de buurt bent en zal dan waarschijnlijk gaan huilen. Sommige baby's zullen 's nachts wakker worden en zoeken naar een bekend gezicht. Ga aanvankelijk steeds even kort weg (om te oefenen) en zorg ervoor dat jullie het gezellig hebben als je terugkomt. Als je baby ergens heen gaat waar hij nog niet eerder is geweest, neem je dan voor om een poosje te blijven zodat hij gelegenheid heeft om zich op zijn gemak te gaan voelen. Zeg hem gedag als je weggaat en geef hem daarbij een knuffel en een kus. Ga dan weg. Hij zal gaan spelen en zich prima vermaken.

Je baby begrijpt simpele zinnen en instructies. Je kind weet wat 'nee' betekent en kan zijn hoofd schudden. Wanneer hij een nieuw woord leert, kan dit hem zodanig fascineren dat hij het de hele dag gaat herhalen. Wanneer je aan je kind vraagt waar een bepaald deel van zijn lichaam is, zou hij hierop kunnen wijzen. Lees boekjes voor aan je baby en blijf hem vertellen wat er op de plaatjes te zien is.

Je kind zal beginnen om je grenzen op te zoeken. Je dient grenzen te stellen en regels op te stellen en je hieraan vast te houden. Als je baby iets de ene dag wel mag en de volgende niet, zal hij alleen maar in de war raken. Maak het gemakkelijk voor je baby om zich te gedragen. Denk eraan dat hij nog steeds een baby is en stel realistische grenzen. Geef voorwerpen die hij waarschijnlijk zal willen pakken een andere plek zodat hij beter begrijpt waarom hij ze met rust moet laten. Gebruik woorden zoals 'heet', 'het zal pijn doen', 'het zal breken', etc. in plaats van de hele tijd 'nee' te zeggen. Wees geduldig, zachtaardig en begrijpend als hij iets aan het doen is wat je niet fijn vindt. Wees standvastig als je baby boos wordt omdat hij zijn zin niet krijgt. Geef niet toe omdat je hem zich beter wilt laten voelen.

Speel spelletjes met je kindje. Baby's houden van spelletjes zoals kiekeboe en andere verstopspelletjes. Imitatiespelletjes zijn ook leerzaam voor hem. Omdat baby's leren door anderen te imiteren, kun je hem het best alleen dingen laten zien waarvan je wilt dat hij het leert. Dit is een goede manier om hem te leren hoe hij in zijn handjes moet klappen en gedag moet zwaaien.

Klimmen is een vaardigheid die belangrijk is om te leren voor je baby. Blijf altijd dichtbij terwijl hij aan het leren is om te klimmen voor het geval dat hij valt. Je baby moet leren waar hij wel en niet op kan en mag klimmen. Leer hem niet om op dingen klimmen waar hij niet mag komen. Leer hem om achterstevoren, met zijn voeten naar beneden, van spullen af te klimmen, zodat hij niet probeert om met zijn hoofd naar beneden af te dalen. Sta hem niet toe dat hij de trap naar boven of beneden klimt zonder dat je erbij bent. Veiligheidshekjes horen boven en onder aan de trappen aangebracht te worden om ongelukken te voorkomen.

Deze leeftijd is het goede moment om je baby te leren om zelfstandig te gaan eten. Dit zal in het begin een knoeiboel zijn. Houd hier rekening mee door je kind niet bij de muur te zetten en een omgeving te cre ren die vies mag worden en snel weer is opgeruimd. Kies voor eten wat een beetje aan de lepel blijft plakken, zoals aardappelpuree, yoghurt, appelmoes en kwark. Blijf de baby ook eten geven wat hij met zijn handen mag eten. Vast voedsel vervangt nog niet de borst- of flesvoedingen; deze heeft je baby nog steeds nodig om goed te groeien.

Ontwikkeling: Fysiek

• Kruipt.
• Staat zonder hulp.
• Kan zijn eerste stapjes zetten.
• Loopt, door zich aan meubilair vast te houden.
• Kan een bal naar je toe rollen.
• Zou trappen op kunnen klimmen.

Ontwikkeling: Cognitief

• Kan al goed uit een bekertje drinken.
• Speelt `Er komt een muisje aangelopen`.
• Zwaait gedag.
• Houdt van doe-alsof-speelgoed.
• Brabbelt alsof hij een gesprekje voert.
• Zegt 'papa' en 'mama' en wellicht andere woorden van één tot twee lettergrepen.
• Onthoudt gebeurtenissen en voorwerpen.
• Houdt ervan om voorwerpen tegen elkaar te bonzen.
• Zou kunnen krabbelen met hulp.

Ontwikkeling: Emotioneel

• Uit zich met gebaren en geluiden in plaats van te huilen.
• Geniet van je aanwezigheid.
• Vindt het leuk als je applaudisseert.
• Je baby zal huilen als hij hoort dat je je stem verheft.

Geschikt speelgoed

• Exersaucers.
• Baby bouncers.
• Krijtjes om mee te krabbelen - met hulp.
• Muziek.
• Potten en pannen om tegen elkaar aan te bonzen.
• Muziekinstrumenten.
• Badspeeltjes.
• Duwspeelgoed.
• Speeltjes met wielen.
• Doe-alsof-speelgoed.
• Stapelspeelgoed.
• Bouwspeelgoed.
• Oorzaak en gevolgspeelgoed.

• SHARE
• PIN
• Volg ons